Het badhuis

In veel Romeinse steden/nederzettingen staat een badhuis. Hier kun je naartoe om te baden, maar ook om te ontspannen en mensen te ontmoeten. 

Maar hoe ziet een badhuis er vanbinnen uit?

Je komt eerst in een kleedruimte (apodyterium), waar je je kleding op kan bergen in kleine, houten kastjes. Je kleedde je helemaal uit en kreeg houten slippers aan, zodat je je voeten niet verbrandde aan de hete vloer. Naast het badhuis was een veld waar je kon sporten (palaestra), daar was ook een buitenbad.

Als je weer binnen was kon je in 3 verschillende badruimtes; Koude baden (frigidarium), lauwe baden (tepidarium), en hete baden met stoom (caldarium). Je kon na afloop ook gemasseerd worden door slaven. Je werdt ingesmeerd met olie en er werd met een soort schraper dode huid van je lichaam gehaald. Daarbij werdt ook je lichaamshaar afgeschoren. 

Als je uit bad wilde, riep je naar een slaaf. Die bracht je naar de kleedruimte en hielp je daar met omkleden. Je mocht de slaaf niet betalen, want een slaaf werkte daar niet voor geld.